We zijn, hoe vreemd het ook moge klinken, helemaal gecharmeerd door Calpe. De stad is rustig en stil ondanks het hoogseizoen. De kleine, gezellige jachthaven wordt goed uitgebaat (ondanks de vreemde nachtwaker) en heeft een prachtig uitzicht op de Peñón de Ifach. De iconische rots was vroeger een strategisch bolwerk van de Iberiërs en de Romeinen. Ik heb allang besloten dat ik hem, na dertig jaar, terug wil beklimmen. Ice overtuigen zal iets moeilijker zijn.
Van de beklimming herinner ik mij eigenlijk alleen de ongelooflijke vergezichten en mijn eerste kennismaking met het "Middellandse Zeeblauw". Dat beeld staat in mijn geheugen gegrift. Van een zware beklimming kan ik mij niet direct iets voor de geest halen. Dus als Ice mij attendeert op het feit dat we misschien best andere schoenen aandoen reageer ik: "We lopen al drie weken rond op slippers ik kan geen "toewe" loopschoenen meer verdragen.
En dus vertrekken we.
Het eerste deel gaat behoorlijk goed. Een mooi aangelegd wandelpad en prachtige vergezichten. Bovendien staat er een frisse wind dat is uitermate welkom bij 40˚C. Ik ben hélemaal in mijn nopjes. Land-en zeeschappen zijn altijd mijn favoriete inspiratiebronnen geweest. Ik geniet.
Bruisend van energie en overenthousiast klim ik verder en bots bijna op een Amerikaan die aan het afdalen is: "Are you going to do this walk in those? (hij wijst naar mijn teensletsen) "You are very, very brave." En luid lachend zet hij zijn weg verder.
"Pfff, weer zo'n bange Amerikaan." denk ik overmoedig (en ben al lang blij dat Ice ver genoeg achter is om die kerel niet gehoord te hebben.)
Dan volgt de grot. "Vanaf de grot begint het pas." wist Jean Heylbroeck ons eerder via Facebook te vertellen (zijn geheugen is blijkbaar iets beter dan dat van mij). En inderdaad, na de grot geen pad meer te bekennen. Eerder een rotswandeling waar berggeiten geen nee tegen kunnen zeggen (domme geiten op teenslippers ook niet ten andere). Tot overmaat van ramp zijn de stenen glad gesleten van de duizenden "teenslippers" die er in de loop der jaren passeerden. En, o, ja, ik vergat mijn HOOGTEVREES te vermelden. Met zweethandjes en zweetvoeten baan ik mijn "weg" verder, te koppig om te zeggen dat ik dit eigenlijk onverantwoord vind.
"Ginder wordt het makkelijker." denk ik, mezelf moed insprekend, "Erger dan dit kan het niet worden."
Honderd meter verder en een uur later (we werden ondertussen ingehaald door tientallen loop-en bergschoenen), komt een koppel Vlamingen terug naar beneden OP TEENSLETSEN. Mijn hart maakt een sprongetje. Mijn gezicht krijgt alvast de ZIE-JE-WEL uitdrukking tot de dame in kwestie plots zegt: "Wat verder wordt het nog moeilijker, we zijn teruggedraaid, het werd te gevaarlijk, als je teensletsen plots "doorschieten" is het gedaan, je kan hier niet op je blote voeten naar beneden." ...
"Dan moeten ze je komen halen."
Dat doet het' m. Die zin. Ik zweer het. Ze gaan mij hier niet met de helikopter af moeten halen... Een redding op zee, tot daaraantoe maar van een fucking rots? No Way.
"We gaan terug!"
En zo eindigt de roemloze beklimming van de Ifach. In mineur. Voor mij althans want Ice wentelt zich natuurlijk luidkeels lachend in leedvermaak.
Als wraak ga ik beneden niet langs de teller die moet controleren of alle wandelaars zijn teruggekeerd. Nah!
Om 23u00 zitten we gezellig in de kuip als we plots een drietal bewegende lichtjes langs de bergwand zien schijnen.
"Kijk, ze zijn je aan het zoeken, dat gaat geld kosten." zegt Ice.
Even staat mijn hart stil. Het zal toch ni waar zijn zeker... Stomme Ifach. Morgen snel naar Denia.
Reacties