We zeilen, zeer dicht onder de kust, voorbij kilometerslange, lege stranden. Zinderende hitte boven witgeel zand. Een weids, nevelig berglandschap op de achtergrond. Op de voorgrond schuimende azuurblauwe ruggen en stuifwater van metershoge brekers die zich met woest bulderend fanatisme op het land storten.
Dan. De prachtige skyline van een witte stad in de verte die, zoals een luchtspiegeling in een strip van Kuifje, langzaam tussen het berglandschap en de woestijn inschuift. Elk moment verwacht ik nu de rode jeep van Jansen en Janssens over een duin te zien scheren achter hun eigen bandensporen aan.
Even later een lagune, volledig omzoomt door woestijnachtig gebied. De ontdekking van de binnenzee van Faro wordt een hoogtepunt van onze reis.
De binnenzee is één grote, beschutte ankerplaats waar je veilig, rustig en mooi kan liggen. We krijgen de tip van Diederik van de Finn, een Belgische zeiler die veel ervaring heeft met deze kust en die hier al eerder voor anker ging. Omdat we toch op een weather window naar Cadiz moeten wachten besluiten we om hier samen met de Finn een tweetal dagen te blijven.
De volgende ochtend wil ik de monsters waarvan ik gisteren alleen de indrukwekkende ruggen zag, vol in het gelaat kijken. Expeditie woestijnstrand dus. Dinghy opblazen, motortje vullen, fototoestel, , water, zonnebrand, handdoeken, koekjes én een gelaten Ice die weet dat er toch geen kruid gewassen is tegen mijn ontdekkingsdrang en de zoektocht naar de ultieme foto.
De Golven van Faro
Geen gewone strandgolfjes zoals die bij ons aan de Belgische kust. Neen. Ik heb het over angstaanjagende, metershoge, omkrullende monsters van brekers waar je als jachteigenaar nachtmerries van krijgt en waarvan je hoopt, neen, vurig bidt, dat je ze nooit met je boot zal moeten trotseren.
Ze ontstaan omdat de lange Atlantische deining hier plots op ondiepten en zandbanken stoot. Een ideale bodem voor schrikbarende grondzeeën. We kwamen aan bij doodtij en windstilte maar ik kan me voorstellen welk een angstaanjagende taferelen zich hier bij harde zuidwestenwind kunnen afspelen. Niettemin is de toegang naar de binnenzee voldoende diep en zeer goed afgebakend. Als je ooit in de buurt bent, laat deze beschrijvingen u niet weerhouden om binnen te varen. Onder de juiste weersomstandigheden is de aanloop veilig en de moeite waard.
Een klein half uur varen met de bijboot en een half uurtje te voet en we bevinden ons op een oneindig strand met golven waar wave-surfers van dromen. Onder de indruk kijken we naar die ritmisch aanrollende turquoise bergen van water die hoger en steeds stijler worden, op hun hoogtepunt de bodem voelen, met een perfecte, glasheldere krul breken en uiteindelijk sterven op het strand in een prachtige apotheose.
Het ritme van de golven werkt hypnotiserend. Na een tijdje waag ik mij toch in het water. Vooraan. Bij de mini brekertjes. Het water zuigt en trekt. Het strand loopt stijl naar beneden. Eén ding is zeker. Als Venus, geboren uit het schuim der golven, ooit gracieus en heupwiegend uit de zee kwam, dan zal het toch zeker niet op dìt strand geweest zijn. Het is onmogelijk om je staande te houden.
Om een lang verhaal kort te maken. Ik hèb mij laten verleiden. Ik bèn gaan zwemmen. Ik ging dieper en dieper. Ik wilde de monsters het hoofd bieden. Uitdagen. Aanvallen. Overwinnen.
Ik heb verloren, het onderspit gedolven, ben roem-en vooral stijlloos ten onder gegaan.
Ik heb een complete (en verdiende) bolwassing gekregen voor deze hoogmoed. Ben vier keer 360° rondgetold. Terug op het strand gespoeld met oren, ogen, neus en broek vol zand. Bijna verzopen. Mijn bikini bovenstuk hing op half zeven en was dus zijn euh, vulling kwijt. Mijn hersenen spoelden nèt niet uit mijn neus…Maar het was fantàstisch! Gewèldig! Ongelooflijk FUN!
Ik wil nu leren wave-surfen.
Reacties